Eigenlijk…

Eigenlijk - Bijzonderdag - Mexico

Het is een bijzonder woord.
En je gebruikt het vaker dan je denkt.
Om verschillende redenen.
Maar het maakt áltijd iets duidelijk.

Ik heb het over het woord ‘eigenlijk’.
Ik wist niet eens dat ik het zó vaak gebruik.
Dat iederéén het zo vaak gebruikt.
Totdat iemand zei dat ik er eens op moet letten.
En daar was dan de eye-opener.
Want als je het eenmaal hoort.
Kan je het niet meer niét horen.

Ik heb gemerkt dat er drie manieren zijn om het woord ‘eigenlijk’ te gebruiken:
Als escape.
Als verzachtende factor.
En als schild.
Ik zal het even toelichten 😉

Ik was een tijd terug met een vriendin aan het bellen.
Zo’n 30 dagen BC – Before Corona. 
Ze vertelde me dat ze het zo druk had.
En dat ze zoveel sociale meetings had in het weekend.
Supergezellig, dat wel.
Maar ze kon niet bijtanken.
En daar was het woord:
“Dat wil ik eigenlijk wel veranderen…”, zei ze.
Eigenlijk.
En ik herkende ‘m direct.
De escape.
Ze wil de situatie veranderen…
Toch hoor je in je hoofd het woordje ‘maar’ er al achteraan:
‘…maar kleine kans dat het gaat gebeuren.’
Net als dat ik net op mijn balkon-terras zat.
En ‘eigenlijk’ geen bugles met knofloopkdip zou moeten eten.
Maar ik heb het toch gedaan 😉

Dan de verzachtende factor.
Ik liep met mijn vriend buiten.
En hij vertelde over zijn planning.
We zijn namelijk volop bezig om onze doelen te halen met behulp van duidelijke planningen.
En ik hoorde hem ineens zeggen:
“Ik weet dat ik eigenlijk teveel heb gepland”.
De verzachtende factor.
Want hij wéét dat hij teveel heeft gepland.
Maar hij wil het nog niet toegeven.
Dus biedt het woordje eigenlijk een soort handreiking.
Een: “Ik weet wel dat het teveel is, maar ik probeer het toch.”
Zo wordt het een soort positief steuntje in de rug.
Zo van: “Ik ga het waarschijnlijk niet halen, maar ben trots dat ik het toch probeer.”
Realistisch en tegelijk positief.

En dan heb je nog de derde vorm.
Degene die ik het meest tof vond toen ik ‘m ontdekte.
Het is een ‘diepere’ vorm.
Waarmee je zegt wat je éigenlijk wilt.
Zonder er direct een statement van te maken.
Je verstopt je er nog achter. 
En zo wordt het een schild.
Zodat je het nog niet hóeft te doen.
Omdat het stiekem best eng is.

Deze vorm heb ik zelf zó vaak gebruikt:
“Eigenlijk zou ik willen stoppen met projectmanagement.”
“Eigenlijk zou ik willen schrijven.”
“Eigenlijk zou ik voor mezelf willen beginnen.”
En als je het zo leest is het overduidelijk wat ik wil.
En dat ik het écht wil.
Maar op het moment dat ik het zei wist ik het niet.
Tot ik het door had.

Luister maar eens naar jezelf als je het woord ‘eigenlijk’ gebruikt.
Wat zeg je precies?
En laat het woord ‘eigenlijk’ dan eens weg.
Wat zeg je dan écht?

Ik zei het laatst nog.
Drie weken geleden.
“Ik zou eigenlijk wel eens willen leren mediteren.”
Een zin vól woorden die daar niks te zoeken hebben.
Die werken als escape, schild of verzachtende factor.
Want wat ik éigenlijk zeg:
“Ik zou wel eens willen leren mediteren.”
“Ik zou wel willen leren mediteren.”
“Ik zou willen leren mediteren.”
“Ik wil leren mediteren.”

En als je dat dan weet.
Dan kan je de zin actief maken.
“Ik ga leren mediteren.”
En beter nog:”Ik leer mediteren.”
Dus dat ben ik de afgelopen twee weken aan het doen.
Ik doe mee met een meditatie-challenge.
Die preciés op het juiste moment kwam.
En ik vind het heerlijk.

Eigenlijk is het dus best simpel om te weten wat je wilt.
Of beter gezegd:
Het is best simpel.
Sterker nog:
Het is simpel 😉

Dus mijn advies?
Luister wanneer je het woord ‘eigenlijk’ gebruikt.
Zeg de zin nog eens zonder het woord ‘eigenlijk’.
En doe daar dan iets mee.
Ook al is het maar een klein stapje in de richting van wat je ‘eigenlijk’ wilt.
Ik weet zeker dat je er blij van wordt.


De foto? Eigenlijk wilde ik samen met mijn vriend nog een lange reis maken. We zouden naar Colombia gaan. Toen kwamen Panama en Costa Rica erbij. Wauw, zoveel moois! En wat een luxe! Maar eigenlijk wilde ik ook heel graag naar Yucatan in Mexico. Gewoon. Omdat ik een fantastische foto had gezien van het blauwe meer Bacalar. En ik hoorde mezelf het zeggen. ‘We doen al zoveel moois. Misschien moeten we het maar bij de drie landen laten. Maar eigenlijk wil ik zo graag naar Bacalar’. Dus: weg schild. Weg excuus. We zaten in de positie dat het kon. En dus gingen we. En wauw, wat was het mooi! En de foto? Die is van de kust, niet van het meer. Omdat ik eigenlijk geen grote bikini foto in mijn blog wil. Dus is het mijn ultieme vrijheid-en-fantastische-reis-met-mooie-keuzes-foto geworden. Mijn punt is duidelijk denk ik 😉